Vet de taartvorm in met margarine en bestuif met bloem. Zet aan de kant. Verwarm de oven voor op 180°C.
Bestuif het werkblad en de deegrol overvloedig met bloem. Druk de deegbal plat met je handen. Voelt het deeg droog en korrelig aan? Voeg dan een theelepel water toe (kneed dan nog even tot het water zich goed verspreid heeft). Rol uit met de deegrol en verplaats het deeg naar de vorm. Scheurt het deeg? Of vallen er stukken af? Geen paniek! Leg de afgevallen stukken gewoon in de taartvorm en kneed met je vingers het deeg weer aan één.
Leg bakpapier op het deeg en giet er de bakparels op uit. Bak de bodem geduren 5 à 10 min in de voorverwarmde oven.
Ondertussen kan je de frangipane maken: Klop de margarine samen het amandelmeel, de suiker, het ei en het vanille extract tot een glad beslag, dit is de frangipane. Sort deze op de gebakken taartbodem.
Schil de appels, ontdoe ze van het klokhuis en snij in dunne plakjes. Leg een 10tal stukjes appel in heet water (bijna kokend), dan worden ze malser en zo breken ze niet als je ze op het einde nogal hard moet oprollen voor het vormen van de roos in het midden. Schik de appelpartjes op de taart te beginnen van de buitenkant. Werk verder naar het midden toe. Hou de malse stukjes tot het einde.
Meng de kaneel met 1 theelepel suiker en sprenkel dit over de appelstukjes heen.
Bak de taart gedurende +/- 25 min in de oven.