Doe het amandelmeel samen met het poedersuiker in een blender en blend even kort tot alles extra fijn is (deze stap is optioneel maar je beslag wordt er wel gladder door). Haal het poedersuiker/amandelmeel mengsel door een zeef. Meng er het espresso poeder onder.
Klop de eiwitten stijf en zodra ze beginnen te schuimen lepel er dan lepel per lepel de witte suiker bij. Voeg als laatste het wijnsteenpoeder toe.
Schep eerst de helft van het beslag onder het amandelsuikermengsel. Doe er vervolgens de rest bij en schep het opgeklopte eiwit er in een luchtige beweging onder. Het beslag is goed als het in de vorm van lava van je spatel loopt. Indien het nog te stevig is, schep dan nog even verder.
Leg een macaronmatje op een bakplaat. Doe het beslag in een spuitzak met ronde spuitmond en spuit de macaronschelpen op het macaronmatje. Ga niet draaien met je hand maar houd je hand op het midden van de macaroncirkel gericht en spuit naar beneden. Blijf 1 mm van de rand af. Het beslag zal nog een beetje uitzetten.
Laat je bakplaat enkele keren vanop 10 cm op het aanrecht vallen. Dat zorgt ervoor dat de lucht eruit kan ontsnappen. Je kan eventueel met een tandenstoker de luchtbelletjes die op de schelpen komen, doorprikken. Laat de schelpen ongeveer 30 min rusten. Als je eraan komt met je vingertoppen mag er geen beslag meer aan je vinger kleven. Dan zijn ze klaar.
Verwarm de oven voor op 150°C. Bak gedurende 16 à 18 min in de voorverwarmde oven.
Laat zeker 20 min afkoelen alvorens ze van het macaronmatje te halen.